De-Billemontstraat 92/1, 2440 Geel - +32 (0)14 58 65 46 - info@dap-petcare.be -

Mijn hond

Ectoparasieten

Euthanasie

Geboorteregeling

Gewichtsevolutie

Heupdysplasie

Hoe oud is mijn hond?

Overgewicht

Raskenmerken

Suikerziekte

Vaccinaties

Worminfecties

Heupdysplasie (HD)

Heupdysplasie is een afwijking van de heupgewrichten waarbij de ontwikkeling van de heupen bij jonge, opgroeiende honden niet normaal verloopt en de gewrichten ernstig misvormd kunnen worden. Heupdysplasie betekent letterlijk "heupmisvorming" en wordt meestal aangeduid met de afkorting "HD".

 

 

Oorzaak

HD wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke en uitwendige factoren.
HD is een erfelijk bepaalde afwijking, maar uitwendige invloeden zoals groeisnelheid, lichaamsgewicht, beweging, spierontwikkeling en voeding spelen hierbij een belangrijke rol. De combinatie van erfelijke aanleg en uitwendige invloeden geven aanleiding tot een verkeerde ontwikkeling van de heupgewrichten en de uiteindelijke misvormingen. Door al deze verschillen tijdens het opgroeien kunnen honden met dezelfde erfelijke aanleg uiteindelijk toch verschillende heupen hebben. 
HD komt vooral voor bij honden van grote en middelgrote rassen, maar soms ook bij honden van kleinere rassen. HD komt niet uitsluitend voor bij rashonden, maar ook bij hun kruisingen.

 

 

Normaal heupgewricht

Bij een normaal heupgewricht is er een gladde, bolronde kop van het dijbeen die draait in een voldoende diepe kom van het bekken en op zijn plaats wordt gehouden door een stevig gewrichtskapsel en omringende spieren.
Doordat de dijbeenkop kan draaien in de bekkenkom laat het gewricht een vrij ruime beweging toe. Bij dit draaien zal echter de kop wel goed aangesloten moeten blijven in de kom. Deze stevige aansluiting van de kop in de kom is niet alleen noodzakelijk voor een goede functie van het gewricht, maar is ook noodzakelijk voor een normale ontwikkeling van het gewricht van jonge, nog groeiende honden.
Bestaat er bij de jonge, opgroeiende hond teveel speling tussen de kop en de kom, dan kunnen de volgende misvormingen ontstaan:

 

  • de aansluiting van de kop in de kom kan onvoldoende worden of de kop kan zelfs helemaal buiten de kom komen te liggen;

  • de dijbeenkop kan vlak worden

  • de bekkenkom kan ondiep worden;

  • er kunnen botwoekeringen ontstaan rond de kop en de kom door abnormale slijtage van het gewricht.

 

De mate waarin de misvormingen optreden kan variëren van gering tot zeer ernstig.
 

 

Verschijnselen

Honden met HD kunnen hiervan ernstige hinder ondervinden, meestal reeds op jonge leeftijd (minder dan een jaar), en erger wordend op oudere leeftijd.
De verschijnselen die hierbij optreden zijn het gevolg van een abnormale beweging van de heupgewrichten en/of van pijn en deze kunnen zich uiten in:

 

  • moeilijk opstaan, soms met pijn

  • een stijve achterhand, vooral na rust

  • huppelen met de achterpoten alsof deze de voorpoten niet kunnen bijhouden (huppelen als een konijn)

  • slecht uithoudingsvermogen; snel gaan liggen

  • doorzakken van de achterhand

  • kreupelheid in een of beide achterpoten

  • niet willen spelen, wandelen

  • koehakkige stand (de hakken worden naar binnen gedraaid)

 

Geen van deze verschijnselen is echter typisch voor HD en een onderzoek is dan ook nodig om vast te stellen wat de oorzaak van de klachten is. Bij zo'n onderzoek zullen meestal röntgenfoto's van de heupgewrichten worden gemaakt. Dit is de enige manier om vast te stellen of er misvorming van het heupgewricht bestaat en om te zien hoe ernstig deze is.
Veranderingen aan de heupgewrichten kunnen worden beoordeeld op röntgenfoto's. De ernst van de misvormingen is echter geen goede maat voor de ernst van de klachten. Bij honden met zeer ernstige klachten worden soms maar weinig afwijkingen gevonden, terwijl honden met ernstig misvormde heupen soms verbazend weinig problemen hebben.
De klachten die de jonge hond vertoont zijn over het algemeen wisselend van aard, duur en intensiteit. Veel honden gaan onder invloed van de pijn zichzelf ontzien, zodat de schade in de gewrichten zich weer (tijdelijk) kan herstellen. Op den duur is het gewricht na veel herstelwerkzaamheden voor een tijd min of meer klachtenvrij (tenminste voor zover wij dat als mens kunnen waarnemen). Bij het ouder worden echter vertonen de meeste honden weer klachten.
Feit is dat de daarin ervaren dierenarts al bij een pup van ca. 8-13 weken kan voelen of de heupen stabiel zijn. Met behulp van een bepaalde handgreep kan men voelen of de heupkop al dan niet "vast" in de heupkom zit. Met redelijk grote zekerheid kan dan al voorspeld worden of de heupgewrichten zich "normaal" zullen ontwikkelen. De jonge hond moet hiervoor wel een rustige aard te hebben of dient een licht sedatiespuitje te krijgen.
Dit toont dus al aan dat de stabiliteit van het heupgewricht iets is dat aangeboren is. Op jonge leeftijd zorgen met name het gewrichtskapsel en -bandje voor de stabiliteit.
Op latere leeftijd spelen ook de bekkenspieren een grote rol. Dat is ook de reden dat honden met veel bekkenspieren gemiddeld minder aan HD lijden.
 

 

Hond met HD

Wanneer de hond geen klachten vertoont is behandeling niet nodig en gelukkig kunnen veel honden ondanks hun HD prima als huishond functioneren. De kans op problemen blijft echter bestaan en zal toenemen naarmate meer van de hond wordt geëist (zoals bijvoorbeeld bij africhting) en naarmate de hond ouder wordt.
HD is niet te genezen, maar in veel gevallen wel te behandelen.
Misvormingen van de heupgewrichten kunnen, eenmaal aanwezig, niet meer ongedaan worden gemaakt.
Een behandeling zal dan ook vooral gericht zijn op de revalidatie van de afwijkende heupgewrichten:

 

  • overmatig lichaamsgewicht voorkomen of drastisch verminderen (vermageren) om onnodige belasting van de heupgewrichten te voorkomen

  • regelmatige lichaamsbeweging om de gewrichten minder stijf te doen worden en proberen de bespiering te bevorderen (vaak korte stukjes uitlaten, lichte looptraining, zwemmen)

  • pijnbestrijding als ondersteuning van de revalidatie (injectie of medicijnen, en/of eventueel operatief ingrijpen)

 

 

Preventie

Is HD te voorkomen?
Een afdoende behandeling voor HD bestaat niet. Daarom moet getracht worden het ontstaan van HD zoveel mogelijk te voorkomen. Dat kan door de uitwendige omstandigheden voor jonge, opgroeiende honden zo gunstig mogelijk te maken (goede voeding, maar vooral niet teveel; overmatige belasting van de heupgewrichten voorkomen; beperken van springen, traplopen en trekken). Een andere preventieve maatregel gebeurt via uitfokken, door controle van de voor de fokkerij bestemde honden.

Een nieuwe recente preventie kan verkregen worden door een symfyodese. Deze relatief eenvoudige operatie dient uitgevoerd te worden bij honden van ongeveer 3 maanden ouderdom en wordt daarom aangeraden bij honden met "losse" heupen. Vanaf 4 maanden ouderdom worden de resultaten veel minder. Tijdens deze operatie wordt de onderkant van het bekken vastgezet door cauterisatie (of verbranden) van de groeiplaat en stopt dan met groeien. De bovenkant van het bekken groeit wel verder en gaat over de dijbeenkop groeien, die daardoor geen neiging meer heeft om uit het bekken te komen. Honden die op die manier behandeld werden zullen klachtenvrij blijven, doch dienen wel uitgesloten te worden uit de fokkerij.

 

Voeding

Tijdens de groei van het bot wordt steeds kraakbeen omgezet in bot: zowel in de groeischijf als bij de uiteinden van alle botten. Verbening van het kraakbeen kan verstoord worden door voedingsfouten.

Met name teveel energie of eiwit, teveel Calcium (kalk), een foutieve Calcium/Fosfor-verhouding en te veel of te weinig vitamine D kunnen deze verbening met grote gevolgen verstoren.
Bekend is dat honden die "fout" gevoederd worden beduidend meer lijden aan HD en andere gewrichtsaandoeningen. Een hond die een "complete voeding" krijgt heeft geen behoefte meer aan extra vitaminen en mineralen. Vooral extra kalk en Vitamine D hebben juist een averechts effect op de skelet- en gewrichtsontwikkeling. Vermijdt tevens een te hoog energie- en eiwitgehalte. Veel eigenaars willen dat hun jonge opgroeiende hond er goed uitziet, doch te hard groeien en overgewicht beïnvloeden beiden nadelig het optreden van HD. Beter een ietwat schrale puber met een lang, gezond en pijnvrij leven, dan een blinkende goed in de huid zittende jonge hond, die als volwassen exemplaar aan HD en andere gewrichtsproblemen lijdt.

Vraag ook zeker achter gespecialiseerde voeding bij uw dierenarts!

 

Beweging

Tijdens de groei van de hond is voldoende en gedoseerde beweging noodzakelijk om de heupen goed te laten ontwikkelen.
Met name "rechtlijnige beweging" is voor de ontwikkeling van de bekkenspieren belangrijk. Dus in rechte lijn wandelen, naast de fiets lopen in een rustige draf of zwemmen zijn erg geschikte bewegingsvormen.
Over het fietsen met de hond is nogal wat discussie. Vele onderzoekers menen dat dit een geschikte bewegingsvorm voor jonge honden is, mits men zich aan enkele regels houdt. De hond moet minimaal 5 à 6 maanden oud zijn. Onder fietsen wordt verstaan een (sukkel)drafje. De lengte van de fietstocht wordt bepaald door de hond zelf. De hond mag wel moe, maar niet oververmoeid raken. Ook zeker verhinderen dat de hond aan de lijn gaat trekken.
Ongeschikte bewegingsvormen zijn korte draaibewegingen. Dus de opgroeiende jonge hond niet overdreven achter balletjes of stokken aan laten rennen. Op trappen lopen of veelvuldig (op)springen zijn helemaal uit den boze.
Natuurlijk verdient iedere hond een aangename, normale jeugd, maar denk als eigenaar terdege aan bovenstaande punten.
 

 

HD-commissie

Honden die bestemd zijn voor de fokkerij kunnen gecontroleerd worden op HD. Het gaat hierbij dus ook om honden die geen enkel uiterlijk verschijnsel van HD vertonen. Voor bepaalde rassen is dit onderzoek verplicht om officiële stambomen bij de nakomelingen te kunnen afleveren.
Van deze honden worden röntgenfoto's gemaakt die ter beoordeling worden opgestuurd naar de "Koninklijke Maatschappij Sint Hubertus".
Aan deze foto's worden strenge kwaliteitseisen gesteld en de beoordeling geschiedt door deskundigen.
In de uitslag van een dergelijke officiële beoordeling wordt aangegeven of de hond vrij is van HD of niet; en zo niet, hoe erg de graad van HD wel is.
Officiële HD-foto's worden pas gemaakt wanneer de hond minstens 1 jaar oud is. Bij sommige rassen dient gewacht te worden tot een leeftijd van 18 maanden.

HD-onderzoek is verplicht bij volgende rassen: 

American Staffordshire Terrier 12 md
Appenzeller Sennenhund 12 md
Bearded Collie 12 md
Beauceron 12 md
Berger Blanc Suisse 12 md
Berger de Brie 12 md
Berger Picard  12 md
Berner Sennenhund 18 md
Border Collie 12 md
Cane da Pastore Bergamasco 18 md
Cane da Pastore Maremmano - Abruzzese 18 md
Chien de Montagne des Pyrénées 18 md
Chow Chow 12 md
Deutscher Boxer 12 md
Deutscher Schäferhund 12 md
Dobermann 12 md
Entlebucher Sennenhund 12 md
Golden Retriever 12 md
Grosser Münsterländer 12 md
Grosser Schweizer Sennenhund 18 md
Hovawart 18 md
Kaukausischer Schäferhund 18 md
Komondor 18 md
Kuvasz 18 md
Labrador Retriever 12 md
Leonberger 18 md
Newfoundland 18 md
Old English Sheepdog 12 md
Owczarek Podhalanski 18 md
Perro de Agua Espanol 12 md
Rottweiler 12 md
Samoiedskaïa Sabaka 12 md
Sarplaninac 18 md
Shar Pei 12 md
Slovensky Cuvac 18 md
Tibetan Mastiff (Do-Khyi) 18 md
Vizsla 12 md
Weimaraner 12 md

 

 

Beoordeling

Graad A : geen tekenen van HD
Graad B : geen HD, maar een overgangsvorm tussen absoluut normaal en twijfelachtig normaal
Graad C : lichte HD
Graad D : middelmatige HD
Graad E : zware HD, evt zelfs aan 1 kant

 

Advies

De honden met HD-A en HD-B-resultaat mogen gebruikt worden voor de fok. De honden met HD-C-resultaat mogen gebruikt worden op voorwaarde dat ze gekoppeld worden met een hond met HD-A of HD-B-resultaat.
De honden met HD-D en HD-E-resultaat zijn verboden voor het fokken.
 

 

Aanschaf van een hond

Wanneer u besluit een hond aan te kopen, dient u zich te realiseren dat bij vrijwel alle grote en middelgrote rassen HD voorkomt. Elke fokker die zijn of haar honden laat controleren op HD beschikt over de officiële uitslagen van de HD-commissie, waaruit blijkt hoe de toestand van de heupen van de desbetreffende dieren is. Indien bij de pup een St Hubertus-stamboom afgeleverd wordt, ben je zeker dat de ouders getest werden op HD, anders zouden ze deze stamboom niet krijgen.
Zelfs wanneer uitsluitend gefokt wordt met HD-vrije honden is het niet mogelijk te garanderen dat de pups vrij zullen blijven van HD. Dit wetende kan men dan ook niet zonder meer in alle gevallen de fokker aansprakelijk stellen wanneer een gekochte pup later HD blijkt te hebben.
Men mag echter wel van de fokker verwachten dat zij alles zullen doen wat in hun vermogen ligt om erfelijke stoornissen bij de hond, dus ook heupdysplasie, zoveel mogelijk te voorkomen.